Menu Filters

Uitgaven

Het Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde (TvNG) is een Nederlandstalig kwartaalblad dat wordt verspreid onder de leden van de aangesloten beroepsverenigingen in Nederland en België en onder belangstellenden die zich als abonnee hebben aangemeld. Doelstelling van het tijdschrift is het bevorderen van discussie en uitwisselen van kennis tussen beroepsbeoefenaren in de nucleaire geneeskunde.
1|...|14|15|16|17

Maart 2016

ORATIE Spoorzoeken Prof. dr. J. Pruim PROEFSCHRIFT Molecular imaging of estrogen receptors Dr. M. van Kruchten Chasing the dragon away Dr. E.R. Zaaijer BIJZONDERE CASUS Zwelling in de borst: een atypische diagnose Drs. R.J.M. van Duijn Focal radiotracer uptake below the bladder in bone scintigraphy is related to the volume of tissue removed by transurethral resection of the prostate (TURP) in patients with known prostate malignancy Drs. Z.J. Cheung Young male with Carney triad C. Brouwer, MSc CASE REPORT Typical cardiac involvement in ATTR amyloidosis A.W.J.M. Glaudemans, MD, PhD ABSTRACTS De toekomst van nucleaire geneeskunde in Nederland DIENST IN DE KIJKER Nieuwe cyclotronfaciliteit op de campus van het Radboudumc biedt kansen voor translationeel onderzoek Dr. F. Pieters CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Kwaliteit en registratie Binnen de beeldvormende vakken is het onvermijdelijk dat soms diagnoses of afwijkingen worden gemist die van klinisch belang kunnen zijn. Ongetwijfeld kunt u zelf wel een voorbeeld aandragen uit uw eigen praktijk. Maar de vraag is hoe we leren van deze fouten, ook als die niet door onszelf worden gemaakt maar door een naaste collega. Recent stond er een boeiend artikel over dit onderwerp in het Medisch Contact met als titel: “Radiologen moeten missers vastleggen”(1). Dit artikel van college Guit c.s. was geschreven naar aanleiding van een gemiste niertumor op een CT scan, reden voor een uitgebreid onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De inspectie constateerde in haar onderzoek dat de onderzochte groep radiologen gemiste diagnoses en nevenbevindingen niet systematisch vastlegden en bespraken. Dit leidde tot verbetermaatregelen, zoals het opzetten van een gestructureerde database waarin alle gemiste radiologische diagnoses en nevendiagnoses werden vastgelegd en ingedeeld naar impact (van ‘calamiteit’ tot ‘gemiste afwijking zonder schade voor de patiënt’). Ook werd vastgelegd hoe er omgegaan moet worden met gemiste afwijkingen, bijvoorbeeld in de verslaglegging, en hoe de communicatie met de betrokken collega’s idealiter dient te verlopen. In de praktijk werden de bevindingen regelmatig besproken met alle radiologen en AGIO’s. In een tijdspanne van anderhalf jaar werden 200 ‘missers’ in de database geregistreerd (op een totaal van ongeveer 200.000 verrichtingen). Interessant genoeg kwam bijna een kwart van de gemiste afwijkingen aan het licht omdat de aanvrager de afwijking als eerste constateerde. De auteurs geven aan dat zij zeer tevreden zijn over deze nieuwe werkwijze, en zijn van mening dat een dergelijk registratiesysteem een essentieel onderdeel behoort te zijn van het kwaliteitssysteem van elk ziekenhuis. Van ons allen wordt in toenemende mate verwacht dat we een actieve bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg. Ongetwijfeld leggen we nog niet allemaal op een gestructureerde wijze gemiste afwijkingen vast, maar dit is een mooi voorbeeld van een registratiesysteem dat wellicht als handvat kan dienen voor hoe we van onze fouten in de diagnostiek kunnen leren, en de kwaliteit van de zorg kunnen verbeteren. In deze uitgave van ons Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde is er uitgebreid aandacht voor de oratie van collega Pruim, getiteld “Spoorzoeken”. Hij heeft zijn oratie gehouden op 15 september 2015 in Groningen, ter gelegenheid van zijn benoeming tot Klinisch Hoogleraar Medische Beeldvorming, in het bijzonder hybride beeldvorming op basis van positronemissietomografie. Ook vindt u in deze uitgave samenvattingen van de wetenschappelijke najaarsvergadering van onze vereniging die plaatsvond in Amersfoort op 6 november 2015. Verder treft u een aantal samenvattingen van proefschriften aan, interessante casuïstiek, alsook een bijdrage aan de rubriek “Dienst in de kijker” waarin u kunt lezen over de recent door Minister Schippers geopende cyclotronfaciliteit in Nijmegen. Jan Booij Hoofdredacteur

December 2015

The value of 18F-FDG PET/CT in fever of unknown origin I.J.E. Kouijzer, MD The value of 18F-FDG PET/CT in metastatic infectious disease F.J. Vos, MD, PhD 18F-FDG PET/CT in cardiac implant infection and endocarditis A.M. Scholtens, MD De waarde van PET voor inflammatoire reumatische ziektebeelden C.J. van der Laken, MD, PhD Hybrid PET/MR imaging in the diagnosis of cardiovascular diseases: feasibility and initial results S. Vöö MD,PhD In vivo imaging of inflammation; what’s next? E.H.J.G. Aarntzen, PhD A fungus-like bacterium: Actinomyces E.H.J.G. Aarntzen, PhD CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Editorial Hybrid PET/(CT/MR) in infectious and inflammatory diseases Despite its relative short history, nuclear medicine is playing an important role in the diagnosis of infectious and inflammatory diseases. In this regard, already in the 1970s, planar imaging with labelled white blood cell scintigraphy was proven successful. Non-specific radiolabelled compounds, such as 67Ga-citrate, polyclonal human immunoglobulin (HIG), or more specific like anti-E-selectin, anti-granulocyte antibodies, cytokines, ciprofloxacin or antimicrobial peptides were either less successful or are still under research. Furthermore, the introduction of new techniques like SPECT led to higher sensitivity to detect infectious and inflammatory diseases, and hybrid camera techniques such as SPECT/CT helped to improve both the specificity and the diagnostic accuracy, due to the synergy of the anatomical and pathophysiological information it provides.  Since 2002, hybrid clinical PET/CT systems (PET + multislice CT) are available. The combination of high sensitivity PET images fused with high resolution CT images has gained an almost immediate widespread clinical acceptance for diagnosis, staging and re-staging as well as prediction of response to treatments in oncology.  In the USA the costs of PET/(CT) scans are reimbursed by the Centers for Medicare and Medicaid Services (CMS). In the opinion of the CMS National Coverage Determination there are clear indications for 18F-FDG PET/CT, besides oncology, in diseases of the heart and the brain (i.e. myocardial perfusion, seizures and the differential diagnosis of frontotemporal dementia and Alzheimer’s disease). Apparently, the non-specificity of FDG is very well recognised, but so far the use of FDG PET/CT in infectious and inflammatory diseases is not reimbursed. This lack of reimbursement in the USA is most likely the reason that a large proportion of publications that report on the use of 18F-FDG PET/CT in diagnosing infectious and inflammatory diseases, originate from Europe. Because infectious and inflammatory conditions form a very heterogeneous group of diseases, and patients may present with a variety of symptoms, diagnosis can be an important problem to the clinician. Usually, after initial laboratory tests, various conventional imaging procedures are consulted (X-ray, ultrasound, CT and/or MRI) to reveal anatomical changes. However, in the early stages of disease, morphologic changes or abnormalities may be absent, so anatomic imaging modalities have a rather low sensitivity for early stage disease. In addition, these techniques usually provide information on a limited part of the body, and e.g. the use of total body MRI is not widespread. Moreover, when morphologic changes are found after surgery or other therapeutic interventions, differentiation of infection/inflammation from residual changes is limited. Performing 18F-FDG PET/CT in an early stage of disease may be beneficial for an early diagnosis. However, it remains a challenge to define when the benefits of a hybrid PET/CT outweigh the costs. In this special issue of the TvNG readers will learn more about the work of Dutch colleagues on infectious and inflammatory issues. The first contribution is by Kouijzer et al from Radboud University Medical Center (UMC) Nijmegen. They claim 18F-FDG PET/CT is cost-effective in patients with ‘fever of unknown origin’ (FUO) because an adequate and early diagnosis in FUO limits the number of non-contributing, often invasive, tests and the duration of hospitalisation. Note: a first attempt to describe the costeffectiveness of 18F-FDG PET/CT in ‘inflammation of unknown origin’ was published in a previous issue of this journal (TvNG. 2015,37(2):1409-11). Vos et al, also attached to Radboud UMC Nijmegen, describe the value of 18F-FDG PET/CT in metastatic infectious disease and suggest it should be performed in all patients with high risk Gram-positive bacteraemia. Scholtens from Meander Medical Center at Amersfoort reports on the value of 18F-FDG PET/CT in cardiovascular infection and endocarditis. Van der Laken, from VUMC Amsterdam, discusses the use of 18F-FDG and 18F-fluoride PET/CT next to MRI in the field of rheumatology, bearing in mind that the efficacy of expensive biologicals (E€20.000/patient/year) is only 50-70%. Also clinical results with 11C-PK11195 PET as a marker of activated) macrophages are discussed. Note: of particular interest for daily clinical practice is a recent overview by Glaudemans et al from UMC Groningen on pitfalls and limitations of hybrid imaging in infection and inflammation (Sem Nucl Med. 2015,45:500-12). Hybrid PET/MRI is a different ball game: it presents soft tissue contrast better and causes less radiation exposure in simultaneous imaging settings, theoretically resulting in improved matching of the images. Voo et al from Maastricht UMC also recognise a certain downside, MRI protocols increase workflow complexity and are, compared with CT, time-consuming and requiring more patient compliance. However, based on their positive first clinical experiences, it is likely that hybrid PET/MRI will become a valuable imaging approach in the diagnosis of many cardiovascular diseases, including inflammatory pathologies such as myocarditis, cardiac sarcoidosis, or large vessel vasculitis. New developments in radiochemistry and e.g. peptide chemistry will hopefully result in more selective tracers with high specific activity. As inflammation is a nonspecific process (e.g. occurring both in malignancy and infection), a tracer that may differentiate between inflammation and infection is regarded to be the ‘Holy Grail’. However, so far such a tracer has not been established. Aarntzen and Boerman, affiliated with Radboud UMC Nijmegen, discuss the main categories of clinical available techniques for in vivo immune cell imaging. They highlight the current developments envisioned to have clinical impact in the upcoming years. Hopefully, this special issue contributes to the increasing insight that hybrid nuclear medicine offers powerful non-invasive techniques for visualisation of infectious and inflammatory disorders. Especially the use of whole body imaging that enables the determination of both localisation and the number of infectious/inflammatory foci. Results of hybrid nuclear medicine investigations may therefore play a crucial role in ‘specialised’ or ‘personalised’ medicine. Hans Balink, MD, PhD Guest editor

September 2015

RICHTLIJN SCHILDKLIERCARCINOOM De richtlijn schildkliercarcinoom 2.0 Dr. M.J.R. Janssen CASE REPORT 18F-choline PET/CT flip flop phenomenon after one cycle of chemo-immunotherapy in advanced stage Her2neu receptor positive breast cancer Drs. M.I. Pauw PROEFSCHRIFT Radiochemical aspects of receptor scintigraphy Dr. E. de Blois Novel visualisation techniques toward identification of atherosclerotic patients at risk Dr. N.A. Jager PET-based analysis of tumour glucose metabolism and tumour hypoxia before and during anti-neoplastic treatment Dr. V.R. Bollineni Targeting renal cell carcinoma with radiolabelled antibodies Dr. C.H.J. Muselaers Clinical application of quantitative SPECT in patient specific dosimetry and beta cell quantification Dr. W. Woliner-van der Weg KLINISCHE TRIAL Early monitoring of trastuzumab and pertuzumab therapy with 18F-choline PET/CT in patients with advanced disease breast cancer MEDEDELING UIT DE VERENIGINGEN Taken SOANG overgeheveld naar NVMBR ABSTRACTS CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Richtlijnen In 2013 verscheen een boeiend artikel in het Medisch Contact over richtlijnen in de zorg1. Dit is een interessant artikel, waarin u onder andere het volgende kan lezen: “Sinds 2012 beschouwt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) richtlijnen en standaarden van beroepsgroepen als verplichtende eisen voor zorgaanbieders. Ze worden in het meerjarenbeleidsplan 2012-2015 in één adem genoemd met wet- en regelgeving. Tot ‘veldnorm’ verheven maken zij deel uit van het toetsingskader voor ‘verantwoorde zorg’”. En iets verderop in hetzelfde artikel: “Richtlijnen zijn daardoor niet langer te lezen als wenkend perspectief of als te overwegen zorgverlening. De wettelijke verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurder is nu om te waarborgen dat zorg conform richtlijnen wordt verleend”. Een richtlijn richt zich vaak op één ziektebeeld, bijvoorbeeld de zorg voor patiënten met prostaat- of schildkliercarcinoom. In zo’n, meestal lijvig, document wordt veelal richting gegeven aan optimalisatie van zowel diagnostiek als behandeling van de patiënt, op basis van bewijsvoering gevonden in de literatuur. Ondanks dat het vaak zeer boeiend is om zo’n richtlijn door te lezen, zijn vaak maar enkele aspecten hiervan relevant voor de praktiserende Nucleair Geneeskundige. Onlangs is de richtlijn schilkliercarcinoom 2.0 verschenen. Ook dit is een lijvig rapport geworden (185 pagina’s), waaraan veel tijd is besteed door vele collegae. Namens de Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde waren de Klerk en Janssen afgevaardigd als leden van de werkgroep die de richtlijn hebben ontwikkeld. Aangezien de vernieuwde richtlijn zich mag scharen in een lange reeks van voor ons relevante recent gepubliceerde richtlijnen, en we allen aan “time management” moeten doen, is het prettig dat onze collega’s de Klerk en Janssen een samenvatting van deze richtlijn hebben geschreven waarin ze de meest relevante veranderingen voor onze praktijkvoering hebben opgetekend. Jan Booij Hoofdredacteur

Juni 2015

ORATIE Meer met Minder prof. dr. A.D. Windhorst CASE REPORT Unexpected diagnosis of pelvic lipomatosis by bone scintigraphy in a 21-year old Caucasian woman with low back pain Drs. A.M.G. Burgers PROEFSCHRIFT The diagnosis of suspected lung cancer: impact of practice organisation on timeliness and distress Dr. P. Brocken 18F-FDG PET/CT in fever and inflammation of unknown origin Dr. H. Balink Evaluation of potential agonist radioligands for imaging dopamine D2/3 receptors Dr. J.P. van Wieringen Quantitative characterisation of solid tumours by 18F-FDG PET: What’s in a number? Dr. D. Vriens Verbetering van de detectie van prostaatkanker Mw. Dr. S. Lütje SPECT and PET in cardiac sympathetic innervation Dr. W. Noordzij KLINISCHE TRIAL Efficacy of FDG PET in Evaluation of Cytological indeterminate Thyroid nodules prior to Surgery (EfFECTS): a multicentre cost-effectiveness study Mw. Drs. L. de Koster DIENST IN DE KIJKER Medisch Centrum Alkmaar Dr. R.J.J. Knol CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Twee werelden op één plek Het jaarlijks congres, georganiseerd door de Society of Nuclear Medicine and Molecular Imaging (SNMMI), was dit jaar in Baltimore. Velen van u associëren deze stad wellicht met het beroemde Johns Hopkins Hospital. De laatste maanden was deze stad echter ook regelmatig in het nieuws door rellen die daar plaatsvonden. Er werd geopperd dat die wellicht veroorzaakt werden door een toename in de kloof tussen arm en rijk. De weken voordat het congres begon, ontvingen de congresgangers mailtjes van de SNMMI waarin gemeld werd dat we ons geen zorgen hoefden te maken over onze veiligheid bij het congresbezoek. Gerustgesteld en vol verwachting reisden we dan ook af naar Baltimore. Op zondagochtend was ik de eerste die de ontbijtzaal van het hotel betrad. Nadat ik geïnformeerd had of ik een ontbijt mocht nuttigen, werd ik door een vriendelijke dame begeleid naar een tafel die aan het raam was gelegen. Ze benadrukte dat dit een fijne plaats was omdat ik dan kon genieten van het uitzicht op de haven. Voor de haven was een klein parkje. Het park was zo vroeg op de ochtend het werkterrein van sportievelingen, veelal in kleurrijke en fluorescerende kleding gestoken. Ik kon me wel voorstellen dat het lekker is om in Baltimore ’s ochtend vroeg te sporten, want overdag kan het erg benauwd zijn. Maar toen viel me ook wat anders op. Op bankjes in het park begonnen mensen wakker te worden die onmiskenbaar de nacht hadden doorgebracht in het park. De kloof tussen arm en rijk was ineens direct zichtbaar, en meteen had ik geen last meer van een ‘jetlag’. In een eerdere uitgave van ons Tijdschrift hebben we al opgemerkt dat Nederlandse onderzoeksgroepen goed zijn in het opzetten en uitvoeren van multicenter trials. Een mooi voorbeeld hiervan is te lezen in de rubriek ‘klinische trial’. Hier wordt het ontwerp van de ‘EfFECTS’ studie besproken. Deze studie zal gaan bestuderen of een negatieve 18F-FDG PET scan van de schildklier wellicht in de toekomst een hemithyroidectomie kan voorkomen bij patiënten die een knobbel in de schildklier hebben zonder conclusief punctieresultaat . Verder is er in deze uitgave aandacht voor de oratie van collega Windhorst, zijn er samenvattingen te vinden van een aantal recent verschenen proefschriften, wordt een interessante casus besproken, en presenteert de afdeling nucleaire geneeskunde van het Medisch Centrum Alkmaar zich in de rubriek ’Dienst in de Kijker’. Jan Booij Hoofdredacteur

Maart 2015

OORSPRONKELIJK ARTIKEL Fusie tussen Radiologie en Nucleaire Geneeskunde in het Isala Dr. P.L. Jager ORATIE De toekomst van de beeldvorming uitgestippeld? Prof. dr. L.F. de Geus-Oei De toekomst van de beeldvorming uitgestippeld? Prof. dr. R.H.J.A. Slart CASE REPORT Hepatopulmonary syndrome Drs. A. Huurnink ABSTRACTS PROEFSCHRIFT Development and preclinical evaluation of radioligands for the PET studies of cerebral adenosine A1 and A2A receptors Dr. Shivashankar Khanapur Optimising cancer therapy A focus on molecular imaging Dr. S.B.M. Gaykema Central serotonin and dopamine transportersin overeating, obesity and insulin resistance Dr. K.E.M. Koopman Gebruik van beeldvormingstechnieken om behandelsucces van dikke darmkanker te voorspellen Dr. L. Heijmen BOEKBESPREKING PRIJZEN CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Oratie In dit nummer van het Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde is er aandacht voor de prachtige oraties van collegae de Geus-Oei en Slart. De interessante inhoud van de dubbeloratie, waarmee beiden op 30 oktober 2014 hun ambt aanvaardden van hoogleraar in de moleculaire beeldvorming aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Universiteit Twente, kunt u in deze uitgave lezen. Voor de orator is het zowel een spannende als feestelijke dag. Spannend, omdat hoogleraren éénmalig een dergelijke rede uitspreken (al zijn er uiteraard uitzonderingen op deze regel). Bovendien zijn de toehoorders niet alleen benieuwd naar de inhoud van de rede maar, minstens zo belangrijk, ook hoe de inhoud wordt gepresenteerd. Feestelijk, omdat familie, vrienden, en collegae bij elkaar zijn om deze belangrijke gebeurtenis samen met de orator te vieren. Bij de dubbeloratie in Enschede leek het wel of ‘heel nucleair Nederland’ aanwezig was. Dit bood voor de aanwezige collegae de mogelijkheid om elkaar intensief te spreken. Juist op dit soort bijeenkomsten worden contacten onderhouden hetgeen niet alleen leuk is, maar ook belangrijk voor de samenwerking binnen ons vakgebied. Ik denk dat het vrij uniek is hoe wij binnen Nederland elkaar relatief makkelijk weten te vinden, hetgeen leidt tot de uitvoering van fraai ontworpen nationale multi-centre trials. Het ontwerp van dergelijke trials wordt regelmatig besproken in ons Tijdschrift. Samenwerken, daar worden we met zijn allen beter van en bijeenkomsten waarbij je elkaar informeel spreekt, zoals oraties, kunnen daarbij helpen. In het vorige nummer (het jaarlijks themanummer) bent u bijgepraat over de stand van zaken ten aanzien van de opleiding tot nucleair geneeskundige en radioloog (CORONA), en was er ook aandacht voor de integratie van de afdelingen radiologie en nucleaire geneeskunde in de dagelijkse praktijk. Collega Jager gaat in deze editie op de ingeslagen weg door, en hij beschrijft op heldere wijze hoe het proces tot fusie van beide afdelingen in ‘het Isala’ is verlopen. Tenslotte laat collega Huurnink zien dat u met een goedkope en dagelijks beschikbare techniek (longperfusie) een bijdrage kunt leveren aan de klinische diagnose hepatopulmonaal syndroom. Bent u al nieuwsgierig geworden? Jan Booij Hoofdredacteur

December 2014

Corona – de weg naar de toekomst Dr. R.J. Bennink Fusie van de opleidingen tot nucleair geneeskundige en radioloog: visie van de voorzitters Interview met dr. H.C. Holscher en prof. dr. L.F. de Geus-Oei Corona vanuit AIOS perspectief Drs. J.L.M. de Kanter De samenwerking tussen radiologie en nucleaire geneeskunde in Europa Interview met prof. dr. J.F. Verzijlbergen De integratie van de radiologie en de nucleaire geneeskunde vanuit het perspectief van de MBB’er M. van der Ploeg Samenvoeging van de werkterreinen nucleaire geneeskunde en radiologie in de opleiding tot klinisch fysicus Ir. J.A.C. van Osch Het ontstaan van de nucleaire geneeskunde als zelfstandig specialisme Interview met prof. dr. F.H.M. Corstens Geschiedenis van de relatie tussen de nucleaire geneeskunde en de radiologie vanuit radiologisch perspectief Dr. C.J.L.R. Vellenga Integratie van radiologie en nucleaire geneeskunde in de praktijk - de Arnhemse fusiesituatie Drs. A.J.M. Rijnders CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Samen verder Het zal niemand van u zijn ontgaan dat de medische opleidingen tot nucleair geneeskundige en tot radioloog op het punt staan om te fuseren. Daarmee gaan op den duur ook onze specialismen samen tot één beeldvormend specialisme. Deze fusie komt niet zomaar uit de lucht vallen. De eerste medische onderzoeken en behandelingen met radioactieve isotopen werden niet alleen uitgevoerd door internisten en radiotherapeuten, maar ook al in een vroeg stadium door radiologen. Na het uit elkaar groeien van de radiologie en de nucleaire geneeskunde in de jaren tachtig, begon met de opkomst van PET en SPECT weer een voorzichtige toenadering, die in een stroomversnelling raakte door de multimodale PET/CT- en SPECT/CT-scanners. Deze toenadering zie je niet alleen terug bij de medici en hun opleiding, maar ook bij de klinisch fysici en de laboranten / MBB’ers, zoals blijkt uit de artikelen in dit themanummer. Toch zal het ‘verdwijnen’ van ons zelfstandige specialisme bij velen niet direct warme gevoelens oproepen, en niet alleen om sentimentele redenen. Er bestaan zorgen over het versnipperen van nucleaire kennis en het afnemen van onderzoek en innovatie, verlies van identiteit en autonomie, en de arbeidsmarktpositie van zittende specialisten en huidige AIOS. En hoe zal de erkenning van ons nieuwe specialisme internationaal zijn? Dit zijn belangrijke aandachtspunten waarvoor oplossingen worden gezocht binnen onze wetenschappelijke verenigingen en in de Commissie Opleidingsintegratie RadiOlogie – NucleAire geneeskunde (Corona). De nucleair geneeskundige verdwijnt natuurlijk niet echt: hij komt in multimodale vorm terug als nucleair radioloog – zo zullen de radiologen gaan heten die de differentiatie ‘nucleaire geneeskunde en moleculaire radiologie’ gevolgd hebben. De nucleair radioloog is de specialist in nucleaire diagnostiek en therapie, andere functionele onderzoeken zoals fMRI, en stralingshygiëne en het werken met open bronnen. Hoewel de naam van het fusiespecialisme ‘radiologie’ zal blijven, zal de radioloog oude stijl in zekere zin ook verdwijnen. Immers, alle radiologen krijgen straks een basis in de nucleaire geneeskunde, en binnen enkele orgaandifferentiaties worden de AIOS nog grondiger opgeleid in relevante delen van ons vak. De toekomstige radioloog is dus zowel radioloog als nucleair geneeskundige, oftewel ‘medisch beeldvormer’. Met het overzicht over alle beeldvormende diagnostiek en ziektebeelden op zijn of haar interessegebied, kan hij/zij de clinicus optimaal adviseren over de aanpak van diagnostische problemen. Ook zittende specialisten kunnen profiteren van de nieuwe situatie. Ze kunnen hun kennis en werkveld verbreden en verdiepen door crossovertraining in elkaars technieken, en daarmee binnenkort ook landelijk erkende deelcertificaten behalen. Al met al komen er veel ontwikkelingen op ons af die de moeite waard zijn om te belichten in ons tijdschrift, vandaar dit gezamenlijke radiologischnucleaire themanummer. Hopelijk mogen er nog vele volgen, want we zijn samen op weg naar een mooie toekomst! Erik Vegt Gast-hoofdredacteur

September 2014

COMMENTAAR Recente regelgeving en richtlijnen radiofarmaca flexibeler Dr. R. Lange BIJZONDERE CASUS Improved detection of a metastatic adrenal gland using FDG PET with small voxels D. Koopman BSc 131-iodine uptake in metastatic gallbladder cancer Drs. L. Heijmen Hepatobiliary excretion on renography: an uncommon physiological finding Drs. W. Noordzij Prostate involvement of systemic granulomatous disease,demonstrated by 18F-FDG PET/CT Drs. G.N. Stormezand A coincidental finding of bladder herniation on a bone scan Drs. W. Noordzij Pulmonary metastasis as presentation of extraskeletal myxoid chondrosarcoma demonstrated by 18F-FDG PET/CT Drs. E.C. Owers FORUM Al jaren teveel straling? Of te weinig? J.D. van Dijk MSc KLINISCHE TRIAL Image guided treatment optimisation with cetuximab for patients with metastatic colorectal cancer ABSTRACTS PROEFSCHRIFT PET imaging for characterisation of head and neck tumours Dr. B.A.W. Hoeben Assessment of serotonergic function by radioligands and microdialysis Dr. A.K.D. Visser Molecular imaging of receptor tyrosine kinases in cancer Dr. S. Heskamp SPECT and CT imaging in stable coronary artery disease Dr. M. Mouden DIENST IN DE KIJKER MICA - Molecular Imaging Center Antwerp Dr. P.J. Guns CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de redactie Infobesitas ‘Het overstelpt worden door allerlei informatie en vervolgens ook voortdurend naar nieuwe informatie op zoek zijn, vooral veroorzaakt en ingegeven door de opkomst van allerlei nieuwe media, informatieovervloed’. Deze beschrijving zult u vinden als u het woord infobesitas opzoekt in de online encyclopedie (uiteraard gebruikt u hiervoor de nieuwe media, want wie heeft er immers heden ten dage nog een encyclopedie, vaak uitgevoerd in meerdere delen, in de kast staan?). Dit jaar was ik met mijn gezin en vrienden op vakantie op een eiland aan de Franse Atlantische kust. Op de camping was alleen WIFI ontvangst ter hoogte van het inschrijfbureau/campingwinkeltje. Net buiten het bureau waren wat bankjes neergezet die overdag vrijwel continu bezet waren door campinggasten, uiteraard om zittend gebruik te kunnen maken van internet. Al snel waren wij in discussie waarom het voor velen toch zo belangrijk is om ook in vakantieperiodes regelmatig online te zijn. We redeneerden dat het vooral mensen zouden zijn die bijvoorbeeld een eigen bedrijf hebben en dagelijks (gratis) hun e-mail willen controleren om geen opdrachten of klanten kwijt te raken. Ook werd geopperd dat een deel daar gewoon zit uit gewoonte om dagelijks een aantal uren online op zoek te gaan naar nieuwe informatie. Omdat mijn nieuwsgierigheid was gewekt, ging ik op onderzoek uit. Ik sprak een aantal WIFI gebruikers aan, en kwam er al snel achter dat de ruime meerderheid inderdaad op zoek was naar nieuwe informatie. Een enkeling gaf ook spontaan aan ‘het niet te kunnen laten’. De nieuwe media spelen dus een grote rol in het aanbod van nieuwe informatie. Binnen de redactie komt dan ook regelmatig de discussie naar voren of we ons Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde in de toekomst digitaal aan moeten gaan bieden. In de naaste toekomst zullen wij ook graag uw mening hierover weten. In eerdere uitgaves van het Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde is de discussie al gestart of de 18F-FDG dosis, als een moderne PET scanner wordt gebruikt, wel lineair evenredig moet zijn met het gewicht van de patiënt, en of aldus de stralingsdosis niet regelmatig aangepast zou kunnen worden. In dit nummer van ons tijdschrift gaat collega van Dijk op deze ingeslagen weg door, en bediscussieert dat we wellicht ook bij SPECT onderzoek ernaar zouden moeten streven om de stralingsdosis in voorkomende gevallen te verlagen, uiteraard met behoud van diagnostische kwaliteit. Tenslotte vindt u in deze editie de samenvattingen van het succesvol verlopen voorjaarscongres dat plaatsvond op 23 mei 2014 in Amersfoort, alsook samenvattingen van een aantal proefschriften en interessante casuïstiek. Jan Booij Hoofdredacteur

Juni 2014

ORATIE De beeldspraak van het geneesmiddel Prof. dr. N.H. Hendrikse PROEFSCHRIFT Magnetic resonance imaging in 166Ho liver radioembolization Dr. G. van de Maat Imaging of Hepatic Hypervascular Tumors & Clinical Implications Dr. M. Bieze Studying biomarkers in populations at genetic and clinical high risk for psychosis Dr. M.B. de Koning Imaging neurophysiology of human sexuality using positron emission tomography Dr. Hieu Kim Huynh Nuclear Medicine Strategies to Image Infectious and Inflammatory Diseases Dr. A.W.J.M. Glaudemans Strategies for Gastrin Releasing Peptide Receptor targeted imaging in Prostate Cancer Dr. G. Carlucci DIENST IN DE KIJKER Faculteit Diergeneeskunde Ugent, Merelbeke (België) CURSUSEVALUATIE Society of Nuclear Medicine and Molecular Imaging Midwinter Meeting 2014 Beyond FDG: International Symposium on PET Tracers in Oncology BOEKBESPREKING Nucleaire Geneeskunde, 4e druk CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Congresbezoek Het jaarlijks congres georganiseerd door de Society of Nuclear Medicine and Molecular Imaging (SNMMI) is net achter de rug. Het prettige van congresbezoek is dat je enthousiast terugkomt met nieuwe ideeën. Het is fijn om bij te praten met je collega’s, niet alleen van andere onderzoekgroepen of instituten, maar juist ook met je directe collega’s. Een vriend van mij vertelde eens dat hij ervan overtuigd is dat veel deelnemers aan congressen in het buitenland zich ongemakkelijk voelen. Veel van de andere deelnemers ken je immers niet of nauwelijks, en het is soms lastig om aansluiting te vinden bij al bestaande clubjes. Bovendien vinden velen het een stressvolle gebeurtenis om in het openbaar te spreken of vragen te stellen. Tijdens het recente SNMMI congres kon ik inderdaad bevestiging vinden voor zijn ideeën. Veel deelnemers komen met een serieuze blik de zaal binnen en gaan in een uithoekje zitten, om zich heen kijkend in de hoop een bekende te zien of op een andere manier aansluiting te vinden. Ook zijn het vaak dezelfde deelnemers die naar de microfoon lopen om een vraag te stellen of commentaar te leveren. Direct na de sessie zoeken bekenden elkaar op om nog even een handje te schudden en bij te praten. Bovendien zie je dat bij veel deelnemers de glimlach pas op het gezicht verschijnt als het “avondprogramma” start. Mocht u zich de volgende keer ongemakkelijk voelen tijdens uw congresbezoek, dan helpt het te bedenken dat u niet de enige bent. Uit eigen ervaring weet ik dat “exposure in vivo” echt helpt. Over PET en SPECT onderzoeken bij kleine proefdieren zult u vast en zeker regelmatig iets gelezen of gehoord hebben. Maar wellicht heeft u nog niet zo vaak iets gehoord over skeletscintigrafie bij honden met orthopedische problemen, of over 131I behandelingen van hyperthyreoïdie bij katten. In Gent hebben ze echter veel ervaring op dit gebied, en de rubriek ‘Dienst in de kijker’ van dit nummer gunt ons een kijkje in hun keuken. In deze uitgave van ons Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde is verder uitgebreid aandacht voor de oratie van collega Hendrikse, getiteld ‘De beeldspraak van het geneesmiddel’. Hij heeft zijn oratie gehouden op 13 maart 2014 in Amsterdam, ter gelegenheid van zijn benoeming tot hoogleraar klinische radiofarmacologie. In de vorige editie van ons Tijdschrift stonden in de rubriek ‘proefschriften’ alleen maar samenvattingen van promoties die in Groningen hadden plaatsgevonden. Hierop nodigden we promotoren en co-promotoren, met name ook van andere instituten, van harte uit om hun promovendi in het zonnetje te zetten door een samenvatting van hun promotieonderzoek in te dienen bij ons Tijdschrift. Bij het lezen van deze editie zult u merken dat aan deze oproep gelukkig gehoor is gegeven. Jan Booij Hoofdredacteur

Maart 2014

PERSPECTIVE A new profession: Clinical Radiochemist Prof. dr. P.H. Elsinga BESCHOUWING Professionalisering inbreng nucleaire geneeskunde in oncologische richtlijnen Drs. N.C. Veltman CASE REPORT Injectable fillers: not always a cosmetic indication Drs. S.A. van der Haar PROEFSCHRIFT Glucose metabolic patterns in neurodegenerative brain diseases Dr. L.K. Teune Ultra-high-resolution quantitative multi-pinhole small-animal SPECT Dr. C. Wu Metal artefact reduction in PET/CT Dr. M. Abdoli New avenues in PET imaging of multiple sclerosis Dr. D. de Paula Faria DIENST IN DE KIJKER Isala Zwolle PRIJZEN KLINISCHE TRIAL Towards patient tailored cancer treatment supported by molecular imaging ABSTRACTS CURSUSEVALUATIE Lustrumcongres NVNG ‘Imaging the future’ Cursus CT muskuloskeletaal CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Vakgebieden in beweging De Nucleaire Geneeskunde is een multidisciplinair vak. Zo spelen bijvoorbeeld radiochemici en klinisch fysici een belangrijke rol in de door ons zo gewenste vooruitgang in de nucleaire geneeskunde. Maar ook de vakgebieden zelf zijn dynamisch, en dus aan ontwikkelingen onderhevig. Wij vinden het in de dagelijkse praktijk vanzelfsprekend om het te hebben over een theoretisch fysicus versus een klinisch fysicus. Waarom zouden we in de toekomst dan ook niet spreken over een klinisch radiochemicus? In deze uitgave van ons Tijdschrift laat collega Elsinga op overtuigende wijze zien dat wellicht de tijd rijp is voor erkenning van een nieuw specialisme, namelijk klinische radiochemie. Het jaarlijkse congres van de European Association of Nuclear Medicine (EANM) vond vorig jaar plaats in het fraaie Lyon. In deze rubriek is al eerder aandacht geweest voor het feit dat de prestigieuze Marie Curie Award die daar altijd wordt uitgereikt opmerkelijk vaak gaat naar Nederlands onderzoek, of onderzoek waarin Nederlandse groepen participeren. Ook de afgelopen keer was dit het geval en werd de felbegeerde Marie Curie Award overhandigd aan Dr. Theodosia Maina-Nock van het Griekse onderzoeksinstituut Demokrotos in Athene, wiens winnende onderzoek is uitgevoerd in nauwe samenwerking met Prof. dr. Marion de Jong (Erasmus MC Rotterdam). In deze uitgave van ons Tijdschrift zal collega de Jong uitleggen waaróm zij in de prijzen zijn gevallen. U zult overigens lezen dat laatstgenoemde zelfs tweemaal in de prijzen viel in Lyon, namelijk ook met een ingezonden instructiefilm. In de plastische chirurgie worden allerlei vullingen (“fillers”) in het menselijk lichaam ingebracht, maar zij kunnen soms ook de opname van 18F-FDG beïnvloeden. Collega van der Haar laat zien dat voor een goede interpretatie van de PET beelden een accurate anamnese van belang is. Tot slot: wij kunnen ons voorstellen dat u na het lezen van deze editie de indruk heeft dat er heden ten dage binnen de Nucleaire Geneeskunde in Nederland vooral gepromoveerd wordt in Groningen. Zoals u weet is dit niet een juiste weergave van de werkelijkheid. We nodigen daarom promotoren en co-promotoren van andere instituten van harte uit om hun promovendi in het zonnetje te zetten door een samenvatting van hun promotieonderzoek in te dienen bij ons Tijdschrift. Jan Booij Hoofdredacteur

December 2013

Integration of small animal SPECT and PET with other imaging modalities P.E.B. Vaissier, Msc Integrated PET/MRI in preclinical studies State of the art F. Brunotte, MD Methodological aspects of PET/MR imaging M. Yaqub, PhD Towards multiparametric medical imaging with PET/MRI: current clinical status D.E. Oprea-Lager, MD Combining radioactivity with fluorescence: the first clinical experiences using hybrid tracers B.M.F. Winkel, BSc The use of SPECT/CT in daily practice B.L.F. van Eck-Smit, MD PhD COURSES & CONFERENCES   Editorial Multimodality imaging More than ten years ago, we both were trainees in Nuclear Medicine. During that period, we only spent three months at the department of Radiology in the Academic Medical Center. We learned some things about conventional radiology, about MR techniques, and we were also scheduled to report on whole-body CT scans for a few weeks while being supervised by a radiologist. At that time, we couldn’t predict multimodality imaging would develop so fastly into clinical practice. However, a lot has changed in the last decade. Nowadays, in many hospitals PET/CT and SPECT/CT systems are available for routine clinical studies. This is the case not only for The Netherlands but also for Europe, USA and most developed countries. Also, recently PET/MRI systems as well hybrid tracers became available for clinical studies. In addition, in the field of preclinical imaging, multimodality imaging is now the state-of-the-art. The aim of this special issue is to learn our readers more about multimodality imaging and hybrid tracers. Vaissier and colleagues as well as Brunotte and co-workers will provide an update on the challenges and breakthroughs on the integration of small animal SPECT and PET with other imaging modalities including PET/MRI. Then Yaqub and colleagues will discuss the methodological aspects of combined PET/MRI, concentrating on the performance of this system for clinical studies. The current clinical status of PET/MRI has been reviewed by Oprea and coworkers. Winkel and colleagues present a fascinating historical overview of radio- and fluorescence-guidance techniques and the evolution of these technologies into an integrated hybrid approach. Moreover, the current clinical applications of hybrid imaging techniques are outlined, focusing on the first clinical studies in patients undergoing a sentinel lymph node procedure. Finally, van Eck describes some typical examples of the additional clinical value of integrated SPECT/CT versus SPECT alone. In light of the developments of the last decade it is likely that if we, in ten years from now, will look back and reflect on the current time, we will probably be amazed by the speed of clinical implementation of the, now sometimes seemingly futuristic, issues described in this special issue of our Journal. Therefore, to have our readers be a little better prepared for the future than the editors of this special issue were ten years ago, we hope that this edition of our Journal gives a glance at the (near) future. Jan Booij and Hein Verberne Editors-in-chief of this special issue

September 2013

OORSPRONKELIJK ARTIKEL Staging patients with high risk prostate cancer: 18F-methylcholine PET/CT can not replace pelvic lymph node dissection Drs. K.J. van Os REVIEW ARTIKEL Application of 18F-labelled prosthetic groups for synthesis of radiolabelled biomolecules Dr. E.F.J. de Vries BESCHOUWING Responscriteria voor 18F-FDG PET/CT bij behandeling van het maligne lymfoom; nieuwe ontwikkelingen Dr. J.M. Zijlstra CASE REPORT Breast uptake of 131I in a post-menopausal woman treated for thyroid cancer Dr. E.M. van der Zwaal IN MEMORIAM PROEFSCHRIFT Melanoma surgery and the impact of sentinel node biopsy Dr. H.J. Veenstra PET/CT and dedicated PET in breast cancer Dr. B.B. Koolen Molecular imaging of tumor characteristics to support targeted cancer therapies Dr. A.G.T. Terwisscha van Scheltinga Innovating image guided surgery: Introducing multimodal approaches for sentinel node detection Dr. O.R. Brouwer ABSTRACTS CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Door op de ingeslagen weg In de vorige uitgave van ons Tijdschrift meldden wij enthousiast dat daarin maar liefst twee artikelen waren opgenomen waarin oorspronkelijke bevindingen gepresenteerd en bediscussieerd werden. In het nummer dat voor u ligt zetten we deze lijn voort. Wederom zult u een artikel aantreffen met oorspronkelijke data. In patiënten met prostaatkanker die een verhoogd risico hebben op uitzaaiingen in lymfklieren, worden die lymfklieren door de uroloog via laparoscopische weg uit het bekken genomen. Collega van Os heeft bestudeerd of 18F-methylcholine PET/CT deze rol van de uroloog over kan nemen. De Belgische Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde organiseerde van 24 tot 26 mei jl. een goedbezocht symposium dat plaatsvond in Oostende, in het Thermae Palace hotel. In onze vorige uitgave werd onderstreept dat ook Nederlandse collega’s van harte welkom waren, en aan deze oproep is massaal gehoor gegeven. Ruim 80 Nederlanders waren aanwezig bij het symposium, en de reacties waren zeer positief. In deze uitgave vindt u alle zevenendertig abstracts van dit symposium. 18F-FDG PET/CT neemt een centrale plaats in de stagering van lymfoompatiënten. De laatste jaren is ook veel onderzoek gedaan naar de eventuele rol voor FDG PET in een vroege fase van de behandeling van deze patiënten (interim PET/CT). Collegae Zijlstra en Hoekstra hebben de stand van zaken hierover voor u op een rij gezet. 18F-gelabelde PET tracers worden steeds vaker ingezet in klinisch onderzoek. Collegae de Vries en Elsinga betogen dat 18F-gelabelde prosthetische groepen goed bruikbaar zouden kunnen zijn voor binding aan verscheidene functionele groepen van biomoleculen. Deze labelingstechnieken bieden wellicht mogelijkheden om het scala aan 18F-gelabelde tracers uit te breiden. Recentelijk bereikte ons het bericht dat Dirk Roeda is overleden, op 19 juli 2013. Dirk heeft als radiochemicus op verschillende plekken in Europa gewerkt en een belangrijke bijdrage geleverd aan de verdere ontwikkeling van de radiochemie, voornamelijk ten bate van PET onderzoek. Namens de redactie wensen wij zijn nabestaanden veel sterkte toe in deze moeilijke tijd. Jan Booij Hoofdredacteur

Juni 2013

OORSPRONKELIJK ARTIKEL Body mass independent 18F-FDG PET image quality; implementation of a power law based dosage regime R. Wientjes MSc Regadenoson as a new stress agent in myocardial perfusion imaging; initial experience in the Netherlands P.L. Jager, MD PhD CASE REPORT Gastrocolocutaneous fistula – detected by 18F-FDG PET/CT - as a rare iatrogenic complication of colonoscopy W. Noordzij, MD PROEFSCHRIFT Towards personalised treatment planning of chemotherapy: 11C-docetaxel PET studies in lung cancer patients Dr. A.A.M. van der Veldt Interventional molecular imaging, a hybrid approach Dr. T. Buckle Neurobiological aspects of obesity: dopamine, serotonin, and imaging Dr. E.M van de Giessen Pathophysiology of right ventricular heart disease: The role of structure, apoptosis and inflammation Dr. M.E. Campian Development of a tracer to image pancreatic beta cells Dr. M. Brom CURSUSEVALUATIE Cursus IDKD musculoskeletaal in Davos AIOS-cursus Radiofarmacie Second Tübingen PET/MR Workshop 2013 DIENST IN DE KIJKER AZ Sint-Jan AV Brugge IN MEMORIAM CURSUS- EN CONGRESAGENDA   Van de Redactie Oorspronkelijke data In deze uitgave van ons Tijdschrift vindt u maar liefst twee artikelen waarin oorspronkelijke bevindingen gepresenteerd en bediscussieerd worden. Het publiceren van artikelen met oorspronkelijke data past in het streven van de redactie om de goede kwaliteit van ons Tijdschrift te waarborgen. Conform de richtlijnen van de European Association of Nuclear Medicine (EANM) wordt op de meeste afdelingen Nucleaire Geneeskunde 18F-FDG toegediend in een dosis die lineair evenredig is met het gewicht van de patiënt. De beeldkwaliteit is echter niet alleen afhankelijk van de toegediende dosis, maar ook de gevoeligheid van de camera - moderne PET camera’s hebben een hogere gevoeligheid dan oudere systemen- en het gebruikte acquisitieprotocol spelen een belangrijke rol. In het eerste artikel met oorspronkelijke data vroeg Wientjes zich dan ook af of de FDG dosis, als een moderne PET scanner wordt gebruikt, wel lineair evenredig moet zijn met het gewicht van de patiënt, en zij komt met verrassende antwoorden. Adenosine wordt regelmatig toegediend bij myocardperfusie scintigrafie. Vele lezers kunnen zo een lijstje opdreunen van bijwerkingen van adenosine, zoals verminderde prikkelgeleiding via de atrioventriculaire knoop en hoofdpijn. Bovendien kunnen patiënten soms niet optimaal fysiek ingespannen worden of zijn er contra-indicaties voor toediening van adenosine of dobutamine. Regadenoson is een selectieve adenosine-2A receptor agonist. Regadenoson geeft na toediening een snelle vasodilatatie en zou minder bijwerkingen induceren dan adenosine. In het tweede artikel met oorspronkelijke data van deze uitgave induceerde collega Jager vasodilatatie, door adenosine of regadenoson toe te dienen, bij 123 patiënten die verwezen werden voor myocardperfusiescintigrafie. Jager bestudeerde of de afwijkingen die gezien werden op het scintigram vergelijkbaar waren tussen beide groepen, en of regadenoson minder bijwerkingen gaf dan adenosine. Collega Noordzij beschrijft een interessant geval, waarin de resultaten van 18F-FDG PET onderzoek de oorzaak konden aangeven van een zeldzame complicatie van een coloscopie: een gastrocolocutane fistel. Recentelijk bereikte ons de berichten dat Marian Plaizier en Peter van Urk zijn overleden. Marian is overleden op 23 mei 2013. Zij is maar 48 jaar geworden. Marina werkte als Nucleair Geneeskundige in Tilburg. Namens de redactie wensen wij haar nabestaanden heel veel sterkte toe in deze moeilijke tijd. Peter is op 2 mei 2013 overleden. Hij was bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde (NVNG) van 1981 tot 1988, waarvan de laatste drie jaar als voorzitter. Van 1990 tot 2010 was hij redactielid van ons Tijdschrift. In die periode was hij ook enige tijd hoofdredacteur. Met dankbaarheid denken we terug aan de vele bijdragen die hij aan de ontwikkeling van de Nucleaire Geneeskunde heeft geleverd. Jan Booij Hoofdredacteur